Vergrijzing en WMO

Door de aankomende vergrijzing zijn er innovaties nodig om hiermee om te kunnen gaan. Een aantal van deze innovaties zijn:
• Studenten die samenwonen met ouderen, door de leegstand van de zorgcentra en een tekort aan studentkamers is dit een mooie oplossing. De studenten kunnen de kwaliteit van leven mede verbeteren. Er ontstaat wederzijds begrip en de beeldvorming wordt bijgesteld. Van ouderen heerst het beeld dat ze saai, sloom etc. zijn. De ouderen hebben van studenten het beeld dat ze alleen achter de computer zitten, asociaal een veel dronken zijn.
• Een dansproject waarbij jongeren en ouderen samen dansen en een voostelling maken
• Taalles, ouderen jongeren die naar een land komen en de taal moeten leren in gesprek laten gaan met de jongeren en ze zo de taal beter leren kennen.
• Serious gaming

Door zingeving verminderd de pijn, kan er minder medicatie ingenomen worden en is de zorgbehoefte minder.

In het programma Geer en Goor waarheen waarvoor kwamen Gerard Joling en Gordon in aanraking met ouderen. Het geheim van geer en goor was dat zij ouderen als zielig behandelen maar als gelijkwaardige. Ze durven vragen te stellen aan de ouderen op alle gebieden.  Door het programma van gerard en gordon hebben veel mensen zich als vrijwilliger aangemeld, zelfs teveel.

Problemen kunnen vaak het best geanalyseerd worden vanuit micro-meso en macro niveau.
Door de nieuwe wetten krijgen gemeente er meer taken bij, maar moeten deze taken met minder geld uitvoeren.

Vanuit de WMO zijn er drie compensatiegebieden:
• Huishouden
• Wonen en aanpassingen in de woning
• Vervoer

Voor 2015 werd er claimgericht gewerkt, er werd gekeken naar welke stoornis iemand heeft. Per stoornis was er een pakket dat toegekend werd. Hierbij werd niet goed gekeken naar de individuele zorgvraag.

Met de nieuwe regelgeving wordt er gekeken naar welke stoornis iemand heeft en welke problemen brengt dat met zich mee.  Als eerste wordt er gekeken wat de mogelijkheden van het sociale netwerk zijn en of op die manier de problemen opgelost kunnen worden.  Wanneer het netwerk niet toereikend  is wordt de thuiszorg ingeschakeld, en als laatste naar de gemeente de WMO, wet maatschappelijke ondersteuning.

De voorzieningen die beschikbaar worden gesteld vanuit de WMO zijn individueel en naar daadkracht. Als een buurvrouw iets krijgt, dan is het niet per definitie zo dat een andere dat ook krijgt, dat hangt af van de individuele situatie.

Binnen de WMO zijn de professionals in twee groepen onderverdeeld:
Specialisten – behandelen enkelvoudige probleem met name de problemen van ouderen
Generalisten – behandelen begeleiding van meervoudige complexe problemen

Als iemand zich aan meld bij het WMO vind het gesprek bij de cliënt thuis plaats, zodat er een goed beeld gevormd kan worden van de situatie. Bij dit gesprek worden het liefst de betrokkenen uit het sociale netwerk gelijk betrokken zodat er inzichtelijk gemaakt kan worden wat het netwerk voor de ouderen kan betekenen. Hierbij moet er ook oog zijn voor de overbelaste mantelzorger. Mantelzorg door het netwerk kan niet verplicht worden. Tijdens het gesprek is het belangrijk om te onderzoeken of er nog een vraag achter de vraag aanwezig is.

Als de WMO inschat dat er een probleem is wordt er een persoonlijk plan opgesteld. Door de participatiemaatschappij wordt het plan steeds meer door de cliënt geschreven .