College Gerontologie

Gerontologie staat voor de leer naar veroudering. 

Dit is onder te verdelen in drie gebieden; sociaal, psychologisch en demografisch.

  • Onder het sociale aspect vallen vragen als; hoe worden ouderen gezien met betrekking tot de maatschappij en hoe wordt de huisvestiging van ouderen geregeld ook gezien het feit dat ouderen steeds moeilijker in verpleeghuizen terecht komen. 
  • Bij het psychologische gebied wordt er gekeken naar de geheugenfunctie en naar life events dus belangrijke gebeurtenissen in het leven en hoe daarmee wordt omgegaan. De huidige generatie van ouderen heeft bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog meegemaakt wat hun gevormd kan hebben tot de mens die ze nu zijn. 
  • Op het gebied van demografie wordt er wereldwijd gekeken; bijvoorbeeld wat is de gemiddelde levensverwachting in verschillende gebieden in de wereld en in welke gezondheid bereiken ouderen deze leeftijd. Een ander vraag kan zijn; hoe komt het dat doodgaan zo duur is?

Gerontologie moet niet verward worden met geriatrie. Geriatrie staat voor de ziekteleer van ouderen, dit betreft vaak meerdere ziektes. 

Veroudering is intrinsiek wat betekent dat het van binnenuit komt.Er zijn verschillende theorieën over veroudering:

  • Genetisch, deze theorie spreekt voor zich nameljk dat de basis van veroudering in het genetische matertiaal van de mens vastligt.
  • Stochastisch, dat staat voor toevalstreffers die ons in het leven kunnen raken, oftewel invloed van buitenaf. Voorbeelden hiervan zijn de mate van zonlicht waar iemand aan blootgesteld wordt gedurende het leven. Vrije radicalen(elektronen) in het lichaam die schaden aanbrengen. Zuurstof; zuurstof is een stof die de mens nodig heeft om te leven, maar is tegelijkertijd een schadelijke stof voor de mens.Antioxidanten helpen om de schadelijke eigenschappen van zuurstof onschadelijk te maken, ze hebben echter oraal niet veel invloed op veroudering.
  • Hayflick fenomeen, over het algemeen kunnen cellen een maximaal aantal keer delen waarna het ophoudt voor de betreffende cel. Om die reden denkt men dat de sleutel voor eeuwige jeugd verborgen ligt in de cel. Telomeren zijn beschermkappen van de chromosomen en zorgt er voor dat het mogelijk is om meerdere malen te delen voor een cel. Tijdens elke celdeling verkorten de telomeren zich waardoor de cel zich op een gegeven moment niet meer kan delen. Een enzym telomerase die voorkomt in embyronale cellen en in veel kankercellen kan de telomeren repareren. Hierdoor kan een cel zich langer blijven delen. Tijdens een proef is telomerase ingebracht in cellen, maar dit is nog beperkt en het is nog niet in alle cellen in te brengen.

  • Orgaantheorie, hierbij wordt er vanuit gegaan dat de organen beschermd worden door het immuunsysteem. Echter verouderd het immuunsysteem zelf ook. 

Bij veroudering raakt de homeostase(evenwicht) verstoord, er ontstaat een nieuw ander evenwicht. Jongere mensen kunnen zich aanpassen(adaptie) door reserves aan te spreken.

Bij ouderen is het reservecapaciteit 0 en hebben de ouderen geen reserve meer. Bij erg kwetsbare ouderen kan het reservecapaciteit zelfs onder de 0 zakken en spreken we van kwetsbaar. Bijvoorbeeld een ouderen die al een uur uit bed is en nog hijgend aan de tafel zit met een hartslag van 130. Het aan tafel zitten is voor een ouderen dan een sub maximale prestatie. Dit is te vergelijken met het spelen van een voetbalwedstrijd voor een gezonde twintiger.

Bij het ouder worden gaat er minder bloed in het lichaam circuleren. De hersenen eisen het bloed op wat zij nodig hebben om te kunnen functioneren. Als er te weinig bloed is om te verdelen dan krijgen de nieren als het laatste het bloed en zijn dus altijd de dupe. De ouderen vergiften dan langzaam doordat de nieren de gifstoffen niet goed meer kan uitscheiden. Er ontstaat dan een cascade breakdown.

Cellen worden bij ouderen minder volumineus (vocht) wat uitdroging tot gevolg heeft. ATP in de spieren wordt minder ook de myosine ATP-ase wat de ATP hersteld wordt minder. Langzame vezels degenereren langzaam, de snelle vezels degenereren snel. Ouderen hebben dus relatief meer langzame vezels.

Het hart is ook een spier. Een spier is ook op hoge leeftijd nog trainbaar en het hart dus ook waardoor de V02 max verhoogd kan worden. De thorax wordt minder flexibel bij het ouder worden waardoor de uitwisseling van zuurstof en koolstof minder wordt. Er is van het hart minder reactie bij belasting een 80 jarige heeft ook nog maar 20% van de pacemakercellen over.