Genetische en leefstijlfactoren
4,3% van de 65 plusser verblijft in verpleeghuizen, dit is minder dan de meeste mensen verwachten.
Ouderen hebben vaak last van het concept acting your age, oftewel je gedragen hoe er van je verwacht wordt dat je, je gedraagt op basis van leeftijd.
In Nederland leven 2200 honderdjarigen.
Er is echter een verschil in kalenderleeftijd en biologische leeftijd. De kalenderleeftijd is de leeftijd die iemand aangeeft te zijn, terwijl de biologische leeftijd de daadwerkelijke leeftijd van het lichaam is. Het is ook de vraag wat er onder oud wordt verstaan, vaak wordt iemand boven de 50+ al als oud gezien terwijl dit heel hele andere groep is dan 80 jarige, het is dus een heterogene groep.
Het beeld van ouder is niet echt positief dat blijkt ook uit het feit dat er veel minder ouderen in verpleeghuizen zitten dan verwacht. Er zijn dan ook veel mythes rondom ouderen:
Ouder worden betekent zieker worden, maar het is niet het feit van ouder worden maar een opeenstapeling van de effecten van een ongezonde levensstijl. Mensen gaan cognitief achteruit bij het ouder worden, tot op hoge leeftijd kunnen de hersenen zich blijven ontwikkelen er is wel stimulatie voor nodig door beweging, stress heeft een negatieve invloed.
Ouder worden betekent dementeren, maar er zijn verschillende factoren die dementie kunnen verminderen. Mentaal en lichamelijk actief blijven zou de kans op dementie verkleinen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat voeding en leefstijl invloed heeft op het krijgen van dementie. Door de behandeling van een hoge bloeddruk zou er 41% minder dementie ontstaan
Ouder zouden eerder depressief zijn, maar angsten en depressie hebben dezelfde achtergrond ongeacht de leeftijd en kan dus op dezelfde manier behandeld worden.
Ouderen zijn duur voor de maatschappij, echter zijn de kosten vooral hoog in het laatste levensjaar. Daarnaast geven mensen tussen de 60 en 70 jaar juist veel geld uit wat gunstig is voor de economie, daarnaast vangen ze vaak de kleinkinderen op en nemen ze vaak deel aan vrijwilligerswerk.
De levensverwachting wordt gebaseerd op de factoren genen, leefstijl en omgeving.
10%-20% is te wijten aan de genen
80-90% aan de leefstijl van een persoon
? omgeving, het is nog niet duidelijk hoe invloed de omgeving precies heeft op de veroudering
Factoren van de omgeving die slecht voor de gezondheid zijn onder andere luchtvervuiling en lawaaierige omgeving. In een lawaaierige omgeving zou iemand drie keer zoveel kans hebben op een hartaanval. Voor de rust is een rustige omgeving ook van belang. Als de decibellen onder 30 decibel is kan men goed slapen. Tussen de 30-40 decibel bijvoorbeeld bij vliegtuigen word iemand tussen door niet wakker maar zorgt de slaap niet goed voor een herstel zoals de werking van antioxidanten.
Bij 40 decibel of hoger wordt iemand wakker.
Men is op zoek naar dieren en levensvormen die factoren bezitten tegen veroudering of ziektes.
Bij veroudering regeneren de cellen doordat ze steeds kopieën worden gemaakt, bij elke kopie treedt er kopieschade op waardoor men verouderd.
De Dahlia anemonen leven bijvoorbeeld eeuwig. Een hydra verouderd niet, maar de juiste omgevingsfactoren zijn wel van belang want anders gaat de hydra ook dood. Blinde molratten kunnen geen kanker krijgen, een eiwit in het spierweefsel zorgt hiervoor. Het is dus de vraag hoe deze informatie toegepast kan worden.
Toch heeft levensstijl niet altijd een slechte invloed Churchill hield er bijvoorbeeld niet echt een gezonde levensstijl op na hij rookte, dronk alcohol, was corpulent en was premier tijdens de Tweede Wereldoorlog wat stress oplevert, maar is toch oud geworden. Dit wordt het Churchilgen genoemd.
Optimisten zouden 8 jaar langere levensverwachting hebben. Daarnaast zouden vrouwen die op 60 jarige leeftijd stoppen met roken hun levensverwachting verlenging met 4 jaar.
Er wordt al geëxperimenteerd wat er mogelijk is met het manipuleren van genen. De lichtgevende eigenschappen van kwallen zijn geïmplanteerd in honden en katten waardoor deze dieren ook licht gingen geven. Wetenschappers hebben wormen twee keer zo lang kunnen laten leven en vliegen 30% langer. Muizen zo gemanipuleerd dat ziektes zoals diabetes en osteoporose langer uitgesteld werden en de levensduur verlengd werd. Een bijwerking was echter wel dat de muis zo agressief werd dat hij andere muizen op vrat.
Het lange termijn effect van gemanipuleerde genen is nog niet bekend. Er is geen zicht op verandering in andere genen bij 1 gen verandering. Het is ook niet bekend wat voor effect de genverandering heeft in het nageslacht.